Een mannetje (rammelaar) paart met verschillende vrouwtjes. De ovulatie is geïnduceerd, dat wil zeggen dat er na een paring een eisprong plaats vindt. Na een gemiddelde dracht van 31 dagen worden de jongen geworpen.
Om kannibalisme te voorkomen is het verstandig om het mannetje bij de jongen uit de buurt te houden. Het vrouwtje (voedster) bouwt een nest waarbij ze zachte haren gebruikt die ze uit haar eigen buikhuid en wam trekt. Dit gebeurt meestal in de laatste drie dagen van de dracht. Schijnzwangerschap komt overigens regelmatig voor bij de huiskonijnen.
De jongen worden blind, doof en kaal geboren. Jongen worden slechts enkele malen per etmaal gezoogd, waarbij de zoogtijd niet langer is dan drie minuten. Na 10 dagen gaan de ogen open en na 14 dagen gaan de oortjes staan, behalve bij de hangoorrassen. Na 18 - 24 dagen komen de jongen uit het nest tevoorschijn. Vanaf twee weken na de geboorte is de voedster alweer vruchtbaar.
Geslachtsrijpheid
Konijnen zijn vruchtbaar vanaf drie tot vijf maanden leeftijd. Een vrouwtje kan gedekt worden zodra ze vruchtbaar is. Wij raden dan ook aan vanaf die leeftijd de mannetjes en vrouwtjes van elkaar te scheiden.
Wat is castratie en sterilisatie?
Het onvruchtbaar maken van een mannelijke konijn noemen we castratie. Tijdens zo'n castratie worden de geslachtsorganen (zaadballen) verwijderd.
Sterilisatie is het onvruchtbaar maken van een vrouwelijk konijn. Officieel betekent het woord 'sterilisatie' dat alleen de eileiders van een vrouwtje (of zaadleiders van een mannetje) worden onderbroken of afgebonden. Maar wanneer men over het algemeen over een sterilisatie van een vrouwelijk konijn spreekt, bedoelt men meestal dat de geslachtsorganen (de baarmoeder en eierstokken) worden verwijderd.
Waarom castratie of sterilisatie?
Er zijn verschillende redenen om je konijn te laten 'helpen'. De belangrijkste reden voor veel mensen is omdat ze een mannetje en een vrouwtje hebben en geen jonkies willen. Maar wat niet veel mensen weten is dat er nog meer redenen zijn om je konijn te laten steriliseren of castreren.
Ten eerste kan het helpen bij allerlei gedragsproblemen zoals onzindelijkheid en agressiviteit. Ten tweede kunnen “geholpen” konijnen ook beter samen met andere konijnen. Het komt vaak voor dat konijnen die als jongen bij elkaar zijn gezet, op latere leeftijd met elkaar gaan vechten. Castratie of sterilisatie van beide konijnen kan ook hier een oplossing zijn. Bij vrouwtjeskonijnen ten slotte, kan sterilisatie op jonge leeftijd veel problemen met de baarmoeder voorkomen, zoals ontsteking en tumoren.
Castratie mannetjeskonijn
Wanneer een vrouwtje en een mannetje samen gehouden worden, moet het mannetje gecastreerd worden. Het mannetje kan al vanaf drie maanden in staat zijn om een vrouwtje te bevruchten. Om ongewenste nestjes te voorkomen, moeten ze van elkaar gescheiden worden door gaas, want optimaal contact kunnen houden is belangrijk. Ze moeten elkaar kunnen blijven zien, ruiken en evt. likken. Grof gaas is daarom geschikt. Door ze niet compleet te scheiden zal de hereniging na de castratie makkelijker zijn. Vanaf een leeftijd van zes maanden kan een rammelaar gecastreerd worden. Na de castratie kan het dier nog wel vier tot zes weken vruchtbaar blijven. Het mannetje moet daarom in die weken nog van het vrouwtje gescheiden blijven.
Als een mannetjeskonijn geslachtsrijp is, hebben ze een sterke neiging om hun territorium af te bakenen. Dit betekent dat het konijn ook over kleren en schoenen sproeit, van het mens dat hij als "eigendom" ziet. Ook kunnen ze verspreid door hun hele territorium keutels achterlaten. Het heeft niets met zindelijkheid te maken, maar alles met hormonen. Verder kan vervelend gedrag optreden, zoals het willen rijden op voeten, benen, handen en armen van mensen, bijten in enkels etc.
Territoriaal gedrag kan ook ineens optreden wat de kooi betreft. Mocht eerst eten neergezet worden, of geaaid worden als het konijn in de kooi zit, plotseling gaat het konijn grommen en bijten om zijn territorium te verdedigen. Op dit moment ziet het konijn de hand niet meer als de hand van de mens waarvan hij houdt, maar als "iets wat zijn territorium binnendringt". Buiten de kooi gedraagt het konijn zich volkomen normaal.
Omdat deze gedragingen voor een groot deel door hormonen worden gestimuleerd, kan castratie helpen. Het is verstandig een rammelaar die geslachtsrijp is en hinderlijk gedrag vertoont, snel te laten castreren. Als het konijn al lange tijd het gedrag vertoont, kan het zijn dat dit deel is geworden van zijn ‘gewone’ gedrag en dat het na castratie blijft bestaan.
Sterilisatie vrouwtjeskonijn
Bij vrouwtjes is de kans groter dat samenleven goed zal blijven gaan en dat ze in vrede met elkaar zullen leven. Maar ze kunnen ook precies hetzelfde gedrag gaan vertonen als mannetjes. Lijkt het altijd koek en ei te zijn tussen twee zusjes, ineens kunnen om hormonale redenen gevechten uitbreken. Vaak gebeurt dit dan rond de vijf maanden. Vrouwtjes hebben net zo goed territoriumdrift en dominantiebepaling. Vaak gaat het er niet zo heftig aan toe als bij mannetjes, maar ze kunnen van tijd tot tijd toch in gevecht losbarsten en elkaar erg verwonden als ze niet de gelegenheid hebben elkaar te ontlopen. Ook kunnen ze sproeigedrag vertonen en overal territoriale keutels achterlaten, verder verliefd gedrag naar de mens vertonen en bijten in enkels, territoriaal gedrag vertonen wat betreft de kooi en naar de partner.
Als problemen gesignaleerd worden zoals angst van het ene konijn voor het ander, of steeds snauwerig uitvallen en bijten, kunnen twee vrouwtjes het beste direct gescheiden worden. Wanneer de spanningen zo groot zijn geworden dat er echte gevechten geleverd worden, en de konijnen elkaar behoorlijk verwonden, is het namelijk niet waarschijnlijk dat de relatie weer goed komt. Vóór die tijd moet al ingegrepen zijn. Net zoals de mannetjes moeten de vrouwtjes in de scheidingsperiode zoveel mogelijk contact kunnen houden.
Een andere reden om vrouwtjeskonijnen te laten steriliseren is het vele voorkomen van problemen met de baarmoeder. Konijnen kunnen zowel een ontsteking van de baarmoeder krijgen, als ook kanker. Deze kunnen in het begin aanwezig zijn zonder klachten. Later kunnen de konijnen bloed verliezen uit de vagina, mager worden en, in geval van uitzaaiingen, benauwd worden. Zowel bij een ontsteking als bij tumoren is de enige behandeling het weghalen van de baarmoeder. Het nadeel van een operatie op dat tijdstip is dat de konijnen dan vaak ziek zijn en in slechte conditie. Het narcoserisico is dan veel groter. Een sterilisatie op jonge leeftijd kan dus veel problemen helpen voorkomen.
Vrouwtjes kunnen vanaf zes maanden gesteriliseerd worden en het liefst voor het tweede jaar. Wanneer deze operatie na het derde levensjaar uitgevoerd wordt, worden de risico's op problemen tijdens de operatie groter. Na de operatie is het belangrijk dat de konijnen de tijd en rust hebben om te herstellen.