Honden

Informatie over honden

De hond (Canis lupus familiaris) is een gedomesticeerde ondersoort van de wolf. De hond is een roofdier uit de familie van de hondachtigen (Canidae). De hond komt op alle continenten voor, meestal in gezelschap van de mens. Al sinds duizenden jaren wordt de hond gebruikt voor bewakingstaken, bij de jacht, als herdershond en als trekdier. Nog steeds heeft hij werk als politiehond of hulphond, maar de meeste honden worden tegenwoordig gehouden als gezelschapsdier.


“Jaarlijkse vaccinaties, deskundig advies over de juiste voeding, ontworming, vacht en gebitsverzorging, bloedonderzoek, urineonderzoek etc. Om het hondenleven nog aangenamer te maken hebben wij regelmatig acties mbt. vachtverzorging, gebitscontrole, vakantie check up, chippen, etc.”

Operaties en röntgenfoto's vinden plaats in onze praktijk in Zelhem. Kleinere operaties kunnen ook in Doetinchem en Varsseveld plaatsvinden. 

“Operaties zijn aan de orde van de dag: van het verwijderen van bulten, ingewikkelde kruisbandoperaties tot buikoperaties. Alleen in nauwe samenwerking met de eigenaar kan een ingreep slagen, omdat met name de belangrijke nazorg thuis door u, als eigenaar/bezitter, gedaan moet worden. Uiteraard zijn wij ook dan 24 uur per dag voor u bereikbaar.”

  • Voeding
  • Vaccinatie
  • Overgewicht
  • Gedrag
  • Sterilisatie
  • Castratie
  • Verzekering
  • Chippen
  • Dier en warmte
  • Naar het buitenland
  • Een pup aanschaffen...hoe doet u dat?
  • Puppyparty
  • Laboratorium
  • Spoed
  • Leeftijd in mensenjaren
  • Adoptiehond uit Kreta
  • American Staffordshire terriër
  • Golden retriever
  • Yorkshire terriër

Voeding

Uiteraard is de voeding van de hond één van de voornaamste componenten om uw hond gezond en levendig te houden. Voor uw pup vormt de juiste voeding en het gebruik hiervan de basis voor de verder groei en ontwikkeling. De kwaliteit en de hoeveelheid voeding zijn bepalend voor de ontwikkeling tot een volwassen hond met een goede gezondheid, een goede bouw, een stevig gebit en een mooie glanzende vacht.
Er zijn enorme vorderingen gemaakt in het onderzoek naar de voedingsbehoefte van honden. Tegenwoordig worden de meeste honden gevoerd met in de handel verkrijgbare voedingen. Deze voedingen zijn over het algemeen samengesteld door speciale voedingsdeskundigen om zo te voldoen aan de bijzondere voedingsbehoefte van de hond. Hierdoor leven honden tegenwoordig langer en is de kwaliteit van hun leven over het algemeen verbeterd.

Het verdient de voorkeur om uw hond droogvoer te geven omdat dit een aantal voordelen heeft ten opzichte van blikvoeding:

  • Goedkoper
  • Het gewicht van uw hond hiermee makkelijker onder controle te houden
  • Beter voor het gebit
  • Juiste hoeveelheid makkelijk te doseren
  • Droogvoer kan langer blijven staan dan blikvoer

Honden krijgen een aantal keren per dag te eten, afhankelijk van de levensfase waarin de hond zich bevindt. Jonge dieren (pups) dienen vier keer per dag gevoed te worden tot 12 weken. Honden in de juveniele fase (drie tot acht maanden) krijgen drie keer per dag te eten en volwassen honden bij voorkeur twee keer per dag (zeker bij grote rassen ter preventie van een maagtorsie).

Geef uw hond steeds een maaltijdvoeding, dit wil zeggen een steeds afgewogen hoeveelheid voeding. Laat de voeding 10 minuten staan, om de hond de gelegenheid te geven om te eten en neem de bak dan weg. Zorg dat er constant vers drinkwater ter beschikking staat. En geef de juiste hoeveelheid voeding, afhankelijk van lichaamsgewicht en leeftijd van de hond. Extra vitamines of mineralen zijn doorgaans niet nodig en zelfs af te raden, omdat overdaad schadelijk kan zijn. Te veel kalk in de voeding kan bijvoorbeeld net als te weinig kalk tot onherstelbare botproblemen leiden. Leer uw hond niet te bedelen en beperk tussendoortjes zo veel mogelijk. Kleine hondjes hebben door de extraatjes vaak geen zin meer in hun goede basisvoer en krijgen dan niet alle noodzakelijke voedingsstoffen binnen

In onze praktijk bieden wij u Purina Pro Plan Expert Care Nutrition aan.

Het immuunsysteem is van vitaal belang voor het behoud van de gezondheid van huisdieren. Daarom heeft Purina Pro Plan het assortiment Expert Care Nutrition ontwikkeld met acti-protect dat runderbiest (colostrum) bevat.

Waarom is colostrum een uniek ingrediënt in huisdierenvoeding?

Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat colostrum:

  • Oligosachariden kan bevatten die prebiotische effecten kunnen hebben.
  • Groeifactoren kan bevatten die een ontstekingsremmende en herstellende werking kunnen hebben.
  • Lactoferrine bevat waarvan uit studies blijkt dat het ondersteunend werkt op de darmflora en het immuunsysteem.

Wetenschappelijk onderzoek van Purina bij katten en honden heeft aangetoond dat colostrum:

  • Krachtige lokale en systemische immuunrespons kan ondersteunen. Zo verhoogt een met colostrum verrijkte voeding de lokale afweer op darmniveau en verbeterd het de systemische respons op vaccinatie.
  • Bevordert een diverse en stabiele darmflora. Een met colostrum verrijkt dieet werkte ondersteunend op een stabiele darmflora gedurende periodes van dagelijkse stress.

In onze praktijk werken wij tevens met HILL’s dieet voeders voor onze patiënten. Al decennia lang doet Hill’s zeer intensief onderzoek naar de beste manier om uw hond te voeden.

Bij veel aandoeningen zijn honden enorm gebaat met een nauwkeurig aangepaste voeding. Deze diëten krijgt u voorgeschreven door uw dierenarts.

Wij proberen altijd het Hills assortiment zo compleet mogelijk in huis te hebben, zodat uw dier altijd kan eten wat hij/zij nodig heeft. Er zijn echter nogal wat varianten beschikbaar. Met name op het gebied van de dieetvoeding, die alleen op advies van een dierenarts wordt verkocht, bestaan er aparte voedersamenstellingen voor dieren met:

  • Allergieën en voedselintolerantieproblemen (ZD/DD)
  • Tandaandoeningen (TD)
  • Huidaandoeningen (DD/ZD)
  • Nieraandoeningen (KD)
  • Leveraandoeningen (LD)
  • Diabetes (suikerziekte) (MD)
  • Hartziekten (HD)
  • Maag-/ darmstoornissen (ID)
  • Aandoeningen aan de urinewegen (CD/UD/SD)
  • Gewichtsproblemen (RD/WD)
  • Ernstige zieke dieren of bij ongevallen (AD/ID)
  • Herstel na operatie (ID/AD)

Van Hill's bestaat er zowel droogvoer als natvoer in blik. Uiteraard geven wij u deskundige voedingsadviezen indien gewenst, wilt u meer weten over een dieet kijk dan op www.hillspet.com.

Vaccinatie

Wat is vaccineren?

Het principe van vaccineren is dat je de afweer wakker maakt voor een virus of bacterie die het lichaam zou kunnen besmetten. Op het moment dat de indringer het lichaam binnenkomt, kan de afweer dan direct reageren, zodat het dier niet of minder ziek wordt. Om de afweer alert te houden, moet de hond geboosterd worden.

Vaccinatie is mogelijk tegen een aantal ziekten waarbij een ziekteverwekker van buitenaf het lichaam binnendringt, via de luchtwegen, via de bek en soms via wondjes. Na contact met ziekteverwekkers, zoals virussen, reageert het lichaam met de vorming van antistoffen. Als er voldoende weerstand is zal het lichaam zich daarna kunnen herstellen van de ziekte die gevolg was van de virusinfectie. Als op een later tijdstip het lichaam dezelfde ziekteverwekker opnieuw tegen komt kunnen antistoffen nog in voldoende mate aanwezig zijn om het virus, al voordat er ziekte volgt, te doden. Een vaccinatie imiteert dit proces. In een vaccin is het deel van de ziekteverwekker dat de weerstandsreactie oproept behouden en is het deel dat ziekte veroorzaakt onwerkzaam gemaakt. Nadat het vaccin is ingespoten reageert het lichaam met opbouw van antistoffen zonder dat er sprake is van ziekteverschijnselen. Deze antistoffen blijven 1 à 3 jaar aanwezig.

Welke ziektes zijn er?

Heel kort staat hieronder een uitleg over de verschillende ziekten waartegen een hond kan worden gevaccineerd.

Hondenziekte

Verschijnselen zijn acuut en ernstig, met o.a. hoge koorts, diarree, ontstoken ogen, longontsteking en hersenverschijnselen, met vrijwel altijd een dodelijk verloop.

Besmettelijke leverziekte

Vooral voor jonge dieren een, door de ernstige verstoring van de leverfunctie, vaak zeer snel dodelijk verlopende ziekte. Soms zijn de verschijnselen milder en kan een hond herstellen.

Parvo

Parvo, een ziekte die bij de jonge hond heftig braken en bloederige diarree en ook bij de oudere hond ernstige ziekteverschijnselen veroorzaakt, is een zeer besmettelijke ziekte. Het tast ook het afweersysteem aan, waardoor andere ziekteverwekkers gemakkelijk ziekte kunnen veroorzaken. Het parvo-virus blijft lang actief in uitwerpselen en kan zo lange tijd voor besmetting zorgen. Er zijn ook honden die het virus in hun lichaam hebben zonder ziek te worden; ze kunnen dan andere honden wel besmetten. Aangezien het bij zowel jonge als oudere honden voorkomt, moet er jaarlijks opnieuw tegen ingeënt worden.

Ziekte van Weil (leptospirose)

Het bekendste is de vorm die via rattenurine wordt overgebracht en dus kan voorkomen in en bij water waarin ratten kunnen zitten. Deze ziekte is ook gevaarlijk voor de mens. Een andere vorm van leptospirose wordt via urine van hond op hond overgebracht.
De ziekteverschijnselen berusten vooral op de ernstige gevolgen van een stoornis in lever- en nierfunctie en het verloop is vaak dodelijk.

Kennelhoest

De oorzaak hiervan is een combinatie van virussen (o.a. het para-influenza virus), een bacterie (Bordetella) en vaak ook invloed van de omstandigheden waarin veel honden bij elkaar zijn, zoals in pensions. De ziekte uit zich vooral door een hinderlijke hoest, meestal zonder echt ernstige ziekteverschijnselen, maar vaak wel in een nogal hardnekkige vorm.

Hondsdolheid

Hondsdolheid (Rabiës) is een virusziekte die zeer besmettelijk is voor vrijwel alle zoogdieren. Een besmet dier bijt een ander dier. Het virus gaat naar de hersenen en zorgt ervoor dat het dier graag bijt en agressief wordt. Ook zit het virus in het speeksel, en zo verspreidt het zich. De afloop is vrijwel altijd dodelijk. In Nederland is de laatste jaren geen hond met hondsdolheid gezien, maar inenten is zeker verstandig als de hond naar het buitenland gaat. In veel landen is een inenting tegen hondsdolheid ook verplicht, anders mag de hond het land niet in.

Overgewicht

Overgewicht is een van meest voorkomende problemen van onze huisdieren! Ongeveer 50% blijkt in meer of mindere mate te dik te zijn.
Oorzaken van dit overgewicht kunnen zijn:

  • Te veel energie inname: het dier krijgt te veel eten/tussendoortjes
  • Te weinig energieverbruik: te weinig beweging
  • Castratie/sterilisatie: door een lagere stofwisseling kan het dier sneller dik worden. Heeft dus minder voer nodig. Wanneer je dezelfde hoeveelheid blijft voeren als voor de neutralisatie zal het dier dikker worden.
  • Medische reden: bijvoorbeeld een te traag werkende schildklier
  • Gebruik van bepaalde medicatie

Omdat dus ook bepaalde ziekten overgewicht veroorzaken/in stand kunnen houden, zal hier dus eerst op gecontroleerd moeten worden alvorens een afslankplan kan worden opgesteld.

Wat voor klachten krijgt uw hond?

Deze dieren leven in het algemeen korter dan hun slanke soortgenoten en hebben een verhoogde kans op gewrichts-, hart-, leverklachten, suikerziekte en ademhalingsproblemen! Een dier met overgewicht is vaak ook slomer, loopt moeizamer en hijgt veel. Tevens is er een vergroot narcoserisico en operatierisico.

Hoe wordt de diagnose overgewicht gesteld?

Een goede manier om te beoordelen of uw huisdier te dik is, is met uw vlakke hand over de ribben te gaan. Zijn de ribben gemakkelijk te voelen met een dun laagje vet en vel, dan is de voedingstoestand prima. Steken de ribben uit, dan is het dier te mager. Maar zijn de ribben niet of nauwelijks voelbaar, dan heeft uw huisdier echt overgewicht.

Wat voor behandeling kunt u toepassen:

1. Aanpassen van de voeding: minder eten of speciaal dieet voeren. Beperk tussendoortjes tot het minimum. Sommige dieren geven duidelijk aan veel honger te hebben; wees dan streng of vul zijn eten dan aan met sperziebonen; hierin zit veel vocht, maar weinig calorieën. Nog beter is het echter om een nauwkeurig samengesteld commercieel voeder te nemen, waarin alle voedingstoffen in goede verhoudingen aanwezig zijn. U mag tijdens openingsuren van onze praktijk altijd met uw hond binnenlopen om hem/haar te laten wegen en een voedingsadvies te vragen aan één van onze assistentes..

2. Meer lichaamsbeweging: bouw dit langzaam op en houd rekening met lichamelijke beperkingen (ouderdom, gewrichtsproblemen)van uw eigen huisdier!

3. Let op: bovenstaande behandelingen zullen niet veel uitmaken als er sprake is van medische redenen voor het overgewicht. Een onderliggende ziekte als bijvoorbeeld een te traag werkende schildklier, moet dan eerst worden uitgesloten en evt. behandeld.

Wat kunt u preventief doen?

Net als bij mensen gaan die kilootjes er sneller bij dan er weer af. Met de ouderdom zal uw huisdier minder bewegen, pas hierop tijdig de voeding aan. Bijvoorbeeld met seniorenvoer, waar veel minder energie in zit. Of geef wat minder van zijn huidige voer. 

Na castratie/sterilisatie kunt u het beste al tweederde van de hoeveelheid voer geven, welke u voor de operatie aan uw huisdier gaf. Ziet u echter de omvang toenemen, wees er dan tijdig bij met het minderen van voer.
Wees zuinig met tussendoortjes en snoepjes als beloning!

Gedrag

Hondengedrag

Gedrag wil niets anders zeggen dan ‘alles wat een hond doet’. Dus bijvoorbeeld slapen, zitten en kijken valt onder het begrip gedrag, maar ook grommen, bijten, rennen, eten, etc. Gedrag is bedoeld om met soortgenoten te kunnen communiceren. Deze communicatie gaat onder andere over rangorde bepaling, samenwerking, jagen, voortplanting/paren, etc.

Gedrag is altijd een reactie op iets. Dit kan op iets uit de omgeving zijn (andere hond, mens, geluid), maar ook op iets inwendigs (lege maag, volle blaas).

Een hond neemt zijn omgeving heel anders waar dan wij mensen en zal daardoor anders op bepaalde dingen reageren dan wij dat zullen doen. Een andere beleving van de omgeving lokt logischerwijs ander reacties/gedrag uit.

Een hond hoort bijvoorbeeld veel beter dan de mens, zowel in het hoge frequentiegebied (ultrasone geluiden) als het lage frequentiegebied (infrasone geluiden). Doordat een hond zijn oorschelpen onafhankelijk van elkaar kan bewegen, is hij in staat om geluiden uit verschillende richtingen op te vangen, met name plotselinge geluiden of klikgeluiden. Een hond zal dus bijvoorbeeld sneller schrikken van een harde knal dan dat wij zouden doen.

Daarnaast is het reukvermogen van een hond ook vele malen beter ontwikkeld dan het reukvermogen van de mens. Een hond gebruikt zijn reukvermogen om zijn omgeving waar te nemen zoals wij mensen ons gezichtsvermogen gebruiken om onze omgeving waar te nemen. Zo zal een reu uit willen breken als hij een loopse teef in de buurt ruikt, een geur die wij niet waar kunnen nemen. Een hond neemt dus vooral waar door middel van geuren, de mens neemt vooral waar door middel van zien. Dat is ook één van de reden dat honden elkaar altijd willen besnuffelen wanneer zij elkaar begroeten, vooral rondom de anaalstreek. Ook een nieuwe, onbekende omgeving zal door middel van snuffelen verkend worden.

Als laatste het gezichtsvermogen. Het is een fabeltje dat een hond kleurenblind is, hoewel een hond wel minder kleuren kan onderscheiden dan wij mensen dat kunnen. Een hond is bijvoorbeeld wel prima in staat om blauwtinten van geeltinten te onderscheiden. Daarentegen zijn honden niet in staat om rood, oranje en groen te onderscheiden. Waarschijnlijk nemen zij deze kleuren als geel- en blauwtinten waar. Zo kan een hond bijvoorbeeld een gele of een witte bal in het groene gras wel zien, maar een rode, oranje of paarse bal in het groene gras niet. Dit heeft allemaal te maken met de hoeveelheid staafjes en de kegeltjes in de ogen, wat verschillend is bij hond en mens.

Honden communiceren hoofdzakelijk met lichaamstaal en zullen van nature altijd proberen om conflicten (gevechten) te vermijden. Een gevecht kan ten slotte tot verwondingen leiden. Een hond zal in principe alleen maar bijten/uitvallen wanneer hij geen andere mogelijkheid meer ziet. Agressie wordt dus meestal pas ingezet als laatste redmiddel.

Globaal gezegd wordt er onderscheid gemaakt tussen neutrale, onderdanige en dominante lichaamshoudingen bij honden.

Neutrale houding: wanneer een hond geen onderdanige en geen dominante houding aanneemt. Ofwel: wanneer een hond ontspannen/op zijn gemak is wordt hij neutraal genoemd.

Onderdanige houding: deze houding wordt vaak aangenomen wanneer een hond een andere hond tegenkomt die dominanter/hoger in rang is. Een onderdanige hond is te herkennen aan de lager(e) gedragen staart en oren meer naar achteren gehouden dan in de neutrale houding, maar waarbij de staart niet tussen de achterpoten wordt geklemd (met uitzondering van enkele windhondenrassen). Daarbij zakt de hond wat door zijn poten en kijkt vaak op naar de dominantere/ranghogere hond. Soms wordt gezien dat de onderdanige hond de mondhoeken van de ranghogere likt (beweegt zich hierbij naar de ranghogere hond toe) of juist plat op de grond gaan liggen, waarbij de buik wordt getoond aan de ranghogere (zeer kwetsbare positie, teken van totale onderwerping, soms gepaard gaand met plassen).

Dominante houding: deze houding wordt aangenomen wanneer een hond een ranglagere hond tegenkomt. De oren worden dan meer naar voren gedraaid dan in de neutrale houding, de staart wordt stijf en hoger dan neutraal gedragen. Vaak laten dominante honden ook een stijve manier van lopen zien, waarbij ze hoog op de poten proberen te staan (zich groter maken). Een dominante hond wordt vooral herkend aan zijn uitstraling! Fixeren (indringend aanstaren) wordt vaak gezien bij honden die erg zeker zijn van hun zaak en kan een voorteken zijn van een agressieve uitval, zeker wanneer de andere hond ook dominant is en geen van beide honden zich wil onderwerpen. Agressie wordt ook vaak gezien wanneer er iets te verdedigen valt: territorium, speeltje, baasje, roedel, kluif, etc.

Belangrijk om te weten is dat een hond niet altijd dominant of altijd onderdanig is. Welke houding een hond aanneemt is afhankelijk van veel factoren, zoals omgeving, andere honden in de buurt, mensen, etc. Met andere woorden: gedrag is altijd contextgebonden.

Daarnaast worden er verschillende vormen van agressie onderscheiden. Er wordt pas van agressie gesproken wanneer een hond zijn tanden laat zien! Grommen is dus geen agressie.

Angst agressie: daarbij worden alle tanden blootgelegd, waarbij de mondhoeken naar achteren zijn getrokken. Een lage lichaamshouding is daarbij kenmerkend. Angstige honden bijten wanneer de dreiging blijft aanhouden of dichterbij komt. Daarbij wordt meestal richting het dichtstbijzijnde lichaamsdeel uitgevallen. De hond bijt dan niet door, maar laat meteen weer los. Als de dreiging nog steeds niet afneemt, kan de hond herhaaldelijk uitvallen.

Dominantie agressie: hierbij worden alleen de snij- en hoektanden laten zien, waarbij de mondhoeken naar voren komen. Een dominante hond valt altijd naar voren aan en zal gericht bijten, meestal in de richting van hals/gezicht en laat niet los. Dominantie agressie gaat samen met een hoge houding.

Territoriale agressie: wordt alleen gezien op ‘eigen terrein’ van de hond, bijvoorbeeld thuis of op het werk (indien de hond regelmatig meegaat en zich daar ook echt thuis voelt), en wordt ingezet wanneer een indringer (andere hond of mens) het territorium binnen probeert te betreden. Indringers worden aangekondigd met blaffen en er kan als waarschuwing worden gegromd als de indringer niet weggaat. Gevechten worden alleen gestart als de indringer zich niet over wil geven of niet kan/wil vluchten.

Bezits-/prooiagressie: het verdedigen van een speeltje, kluif of prooi. Dit is heel natuurlijk gedrag en zegt in eerste instantie niets of de rangordepositie van de hond in de roedel. Binnen een hondenroedel heeft een onderdanige hond recht om zijn eenmaal buitgemaakte eten of bot te verdedigen en hoeft dit niet af te staan aan een ranghogere hond. Wanneer een hond tijdens een jacht een prooi najaagt om deze te vangen om daarna te doden en daarbij andere honden door middel van agressie op afstand wil houden, wordt dat prooiagressie genoemd.

Let op: agressie/bijten wordt altijd aangekondigd met bepaalde signalen, zogenaamde stress-signalen. Denk daarbij aan grommen, fixeren (aanstaren), tanden laten zien, één van de voorpoten opheffen, neus/lippen optrekken, met de tong de bek likken of slikken.

Stress-signalen zijn specifieke gedragingen die een hond laat zien in een situatie waarin hij of zij stress ervaart. Stress ontstaat wanneer een hond de situatie niet kan voorspellen of beïnvloeden.

Stress hoeft niet per definitie negatief te zijn. Een hond die mee mag naar het bos of in de auto mee mag voor de training en daardoor erg opgewonden is, heeft ook stress. Deze acute stress, welke positieve stress wordt genoemd, is van korte duur en niet schadelijk. Langdurige, ofwel chronische stress, kan echter wel schade aan het lichaam aanrichten en wordt daardoor negatieve stress genoemd. Chronische stress kan tot stereotiep gedrag leiden (staart najagen, rondjes lopen, aan de poten likken of zelfs aan de poten bijten, maar ook constant blaffen, etc.).

Een hond toont in stress-situaties niet enkel en alleen maar één van de stress-signalen, maar altijd een combinatie van verschillende stress-signalen samen. Echter, niet alle stress-signalen hoeven tegelijkertijd aanwezig te zijn. Dit is afhankelijk van de situatie, de mate waarin de hond stress ervaart en de hond zelf.

Een hond kan op verschillende manieren laten zien dat er stress in het spel is. Deze manieren zijn  onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën:

Ambivalent gedrag

Wanneer twee gedragingen die elkaar tegenspreken tegelijkertijd of vlak na elkaar worden uitgevoerd. De hond kan als het ware niet kiezen tussen die twee gedragingen. Bijvoorbeeld:

Naderen-deinzen: wanneer een hond begint te blaffen tegen een indringer en daarbij steeds naar voren springt en daarna direct weer terugdeinst. Aan de ene kant wil de hond de indringer verjagen, maar aan de andere kant durft hij niet zo goed en wil hij wegrennen. Aanvallen en wegrennen kan niet tegelijkertijd uitgevoerd worden, dus worden deze twee afwisselend getoond.

Ambivalente houding: wanneer een lichaamshouding kenmerken van zowel onzekerheid als zelfvertrouwen weergeven. Bijvoorbeeld een hond die een hoge houding aanneemt (zelfverzekerd/dominant), maar daarbij de staart laag houdt (onzeker/onderdanig). Hierin zijn meerdere verschillende variaties mogelijk.

Omgericht gedrag

Wanneer gedrag op iets of iemand anders (mens, dier) wordt gericht dan de daadwerkelijke veroorzaker van dat gedrag. Het meest bekende voorbeeld van omgericht gedrag is wanneer twee roedelgenoten elkaar aanvliegen omdat er aan de andere kant van het hek, dat hun territorium afbakent, een andere hond passeert waar ze niet naartoe kunnen om deze te verjagen. De (territorium) agressie die in eerste instantie voor de passerende hond is bedoeld, wordt afgereageerd op de roedelgenoot. Hierbij zal de ranghogere hond naar de ranglagere hond uitvallen.

Overspronggedrag

Dit gedrag komt spontaan opzetten en heeft niets te maken met de oorspronkelijke situatie. Dit ontstaat wanneer een hond even niet weet wat hij moet doen of met een situatie aan moet. Bijvoorbeeld wanneer de baas zijn hond roept, maar de hond een andere hond tegenkomt waarmee hij het liefst even mee zou willen spelen. Komen en spelen gaan niet samen, dus de hond is in tweestrijd en gaat opeens snuffelen, krabben of plassen (terwijl er niets te snuffelen valt, de hond geen jeuk heeft en net nog heeft geplast). Hetzelfde doen wij mensen als wij het even niet meer weten en onzeker worden, maar wij friemelen dan bijvoorbeeld aan ons haar of zetten onze (niet scheefstaande) bril recht.

Intentiebeweging

De hond maakt aanstalten om iets te gaan doen, maar wordt ergens door tegengehouden. Veel gezien is een hond die één van zijn voorpoten optilt (pootje heffen, geen pootje geven) om te gaan lopen (naar iets interessants) of rennen (wegrennen voor iets engs), maar wordt tegengehouden door bijvoorbeeld de riem. Een ander voorbeeld is wanneer de hond de opdracht heeft gekregen om in zijn mand te blijven, maar dat niet wil omdat hij bijvoorbeeld op de bank wil liggen. De hond zal dan met een opgeheven voorpoot in de mand zitten (de intentie is om de mand uit te gaan, maar de hond wordt tegengehouden door het commando ‘blijf’).

Autonome respons

De lichamelijke reactie op een stressvolle situatie. Honden kunnen geen enkele invloed uitoefenen op autonome reacties, omdat deze vanuit het zenuwstelsel worden gereguleerd. Voorbeelden zijn het hijgen wanneer de hond het warm krijgt (net zoals mensen gaan zweten bij spanning), gapen, niezen, uitschudden (om gespannen haren en spieren weer te ontspannen) of borstelen (het haar in de nek, op de rug en op de achterhand rechtop zetten).

De meest voorkomende stress-signalen zijn hieronder op een rijtje gezet, oplopend vanaf situaties waarin weinig stress wordt ervaren tot situaties waarin de stress onhoudbaar is en de hond overgaat tot uitvallen en bijten. Dit is slechts een relatief korte opsomming van de vele stress-signalen die een hond kan laten zien.

Overspronggedrag

  • Snuffelen (aan de grond, voorwerp, zichzelf)
  • Krabben

Kalmerende signalen

  • Gapen
  • Tongelen (tong stukje naar buiten steken, daarbij eventueel de neus likken en de tong weer naar binnen doen)
  • Bek likken (met de tong de hele bek aflikken)
  • Wegkijken/ogen sluiten
  • Wegdraaien/rug toekeren
  • Langzaam bewegen
  • Drentelen

Stress reacties

  • Hijgen
  • Verwijde pupillen
  • Uitschudden
  • Zwetende poten
  • Trillen
  • Ogen draaien weg, oogwit is te zien
  • Blaffen

Focus op de dreiging

  • Kalmerende signalen worden niet meer getoond
  • Sluiten van de mond, gespannen lippen
  • Bevriezen

Klaar om aan te vallen

  • Tanden laten zien
  • Grommen

Uitvallen

  • Snappen
  • Uitvallen

Bijten

  • Bijten
  • Herhaaldelijk bijten

Natuurlijk moet er altijd rekening worden gehouden met de situatie. Een hond die lekker heeft liggen slapen en de mand uitkomt, zal ook gapen zonder dat er sprake is van stress. Een hond die in de zon zit en het warmt heeft, zal gaan hijgen, net als een hond die een eind heeft gewandeld. Een hond die net in het zand heeft liggen rollen zal zich gaan uitschudden en een hond die zijn behoefte wil gaan doen zal aan de grond snuffelen om een geschikte plek daarvoor te vinden. In al deze situaties hoeft er niet per definitie sprake te zijn van stress.

Als u ziet dat uw hond last heeft van stress, haal hem dan uit de situatie door te gaan lopen of pas uw eigen gedrag of dat van de mensen in uw omgeving aan. Ziet u bijvoorbeeld dat uw hond tongelt, terwijl hij door een kind wordt geaaid, laat de kinderen dan stoppen met aaien, want als de stress nog hoger oploopt, zou het kunnen zijn dat de hond gaat happen. Ga eventueel met uw trainen om hem aan dit soort situaties te laten wennen, maar doe dit onder begeleiding van een gedragstherapeut voor honden of een ervaren gediplomeerd instructeur. In het geval waarin een hond chronische stress ervaart, wordt aangeraden om een hondengedragstherapeut in de schakelen.

Het mag misschien voor zich spreken dat een goede socialisatie in de puppytijd met soortgenoten leidt tot goede communicatieve vaardigheden bij honden, zodat zij hun verdere leven in staat zijn de lichaamstaal van andere honden af te lezen. Daarnaast is een goede socialisatie in verschillende omgevingen ook van belang voor een goed en evenwichtig gedrag en voorkomt angst voor bijvoorbeeld (vreemde) mensen, geluiden, auto’s, etc. Een goed gesocialiseerde hond zal ook beter om kunnen gaan met stressvolle situaties.

Belangrijk om te weten is dat honden in het heden leven en niet kunnen relativeren over verleden en toekomst. Dit is handig om te weten bij de opvoeding en training van uw hond: beloningen dienen direct na het vertonen van het juiste gedrag gegeven te worden. Straffen of belonen voor iets wat een hond een tijdje terug heeft  gedaan heeft geen enkele zin, aangezien een hond geen verband kan leggen tussen zijn gedrag en het gevolg daarvan als er meer dan 3 seconden voorbij zijn gegaan. Dit geldt dus ook voor honden die tijdens de afwezigheid van het baasje bijvoorbeeld het bankstel hebben gesloopt. Bij thuiskomst heeft het geen zin om de hond daarvoor te straffen, ook al lijkt het alsof de hond weet wat hij fout heeft gedaan omdat hij ineenkrimpt of in de mand gaat liggen. De hond merkt aan de lichaamshouding van de baas dat de baas boos is en reageert daarop door bijvoorbeeld alvast weg te rennen of in de mand te gaan liggen. Het is immers al langer dan 3 seconden geleden dat hij de bank kapot heeft gemaakt.

Honden reageren ook anders op bepaalde handelingen dan dat wij mensen doen. Zo vinden wij het bijvoorbeeld fijn als wij getroost worden of als we met lieve woorden worden toegesproken als we bang of geschrokken zijn, terwijl honden dat zien als een bevestiging van hun angst of schrikreactie, met als gevolg dat ze in een volgende vergelijkbare situatie sneller zullen schrikken en de angst daarmee alleen maar versterkt wordt. Het is daarom beter om de hond te negeren wanneer hij schrikt en/of bang is of hem een opdracht te geven om hem af te leiden (bijvoorbeeld laten zitten).

Uiteraard is bovenstaande uitleg maar beperkt aangezien hondengedrag erg complex in elkaar zit, maar wanneer u bovenstaande houdingen en stress-signalen kunt onderscheiden bij uw eigen hond en ook bij vreemde honden, kunt u uw hond beter begrijpen en zo eventuele probleemsituaties voorkomen of tijdig ingrijpen.  

Sterilisatie

Loopsheid

De loopsheid is de vruchtbare periode van de teef. Vanaf een maand voor de loopsheid is de vulva meer gezwollen dan normaal. Tijdens de loopsheid verliest de teef druppeltjes bloed uit haar vulva. In deze periode is de ovulatie.

Wat zijn de verschijnselen?

  • Vulva zwelt op
  • De reuen raken erg geïnteresseerd in de teef.
  • Na enkele dagen begint de teef te vloeien, deze uitvloeiing is het begin bloederig en gaat later over in een donkerrood/bruin waterige uitvloeiing.
  • Tussen de 8e – 14e dag van de loopsheid is de hond vruchtbaar, waarin ze drachtig kan worden. (Let op: niet alle teefjes zijn in deze periode vruchtbaar, er zijn altijd uitzonderingen!)
  • De loopsheid duurt gemiddeld drie weken
  • Op het moment dat de teef vruchtbaar is, staat ze de reu ook toe te dekken

Wanneer wordt mijn teef loops?

Een teef wordt voor de eerste keer loops tussen de 6 – 18 maanden. Wanneer ze voor het eerst loops wordt hangt af van verschillende factoren:

  • De grootte
  • Erfelijkheid
  • Loopse teefje in de buurt

Mocht u willen dat uw hond niet meer loops wordt, zijn er twee mogelijkheden om dit te voorkomen. Hieronder vindt u informatie hierover.

1) Sterilisatie van uw hond

Met sterilisatie wordt bij de teef de operatie bedoeld waarbij de eierstokken worden weggehaald. Eigenlijk is er bij sterilisatie sprake van een castratie. Na het verwijderen van de eierstokken is de teef niet meer vruchtbaar en wordt niet meer loops. Mocht de baarmoeder er afwijkend uitzien, wordt deze ook weggehaald.

Welke leeftijd steriliseren?

De keuze voor het moment van sterilisatie wordt bepaald door meerdere factoren:

1. De kans op het ontstaan van melkkliertumoren! Deze is het kleinst als er vroeg gesteriliseerd wordt. Men kan dit het beste voor de eerste loopsheid te doen.
Na de loopsheid is de hond hormonaal drachtig, dit terwijl ze niet gedekt is. In het bloed geen verschil te meten qua hormoonspiegel tussen een wel- en een niet drachtige teef. De teef denkt dat ze drachtig is en kan ongeveer 8 weken na het einde van de loopsheid doen of ze gaat bevallen. Daarom is er bij elke hond na de loopsheid ook een melkgift en kan het gedrag iets anders zijn, dit wordt ook wel schijnzwangerschap genoemd. Dit is niet bij alle honden even duidelijk te herkennen.
Na elke loopsheid treedt dus een onnodige stimulering van de melkklieren op, want er gebeurt niets mee.
Uit uitgebreid wetenschappelijk onderzoek is gebleken, dat hoe vaker die onnodige stimulering optreedt, hoe groter de kans is dat de hond op oudere leeftijd borstkanker krijgt. Dus hoe vaker loops, hoe groter de kans op borstkanker.

2. De kans op het ontstaan van incontinentie. Deze kans is een stuk kleiner wanneer de teef maar 1 keer loops geweest is.

3. Afsluiten van de groeischijf, in de normale groei van een teefje sluiten de groeischijven na de eerste loopsheid. Bij sterilisatie vóór de eerste loopsheid loopt u een gerede kans dat de hond wat langer doorgroeit.

4. Tijdstip loopsheid; wordt de teef loops, dan moet u een 3-4 maanden wachten. Op dat moment ligt de teef hormonaal stil en is de situatie voor de sterilisatie het beste.

Het beste moment om te sterilisatie is dus afhankelijk van verschillende factoren, zoals wij zo juist hebben beschreven. Het advies van onze praktijk is om de teef 1 keer loops te laten worden. Maak daarom ook een afspraak drie maanden nadat uw hond loops is geweest, zodat het lichaam hormonaal stil ligt.

Wat zijn de voordelen van steriliseren?

  • De hond wordt niet meer loops en kan dus ook niet per ongeluk gedekt worden
  • De hond kan op latere leeftijd geen baarmoederontsteking meer ontwikkelen, een kwaal die vrij vaak voorkomt
  • Bij vroege sterilisatie de kans op melkkliertumoren veel kleiner
  • Jong steriliseren geeft een beduidend kleiner risico op suikerziekte op oudere leeftijd, want de geslachthormonen die door de eierstokken geproduceerd worden hebben een effect op de bloedsuikerspiegel
  • Geen ongewenste dekking

Wat zijn de nadelen?

  • Elke operatie heeft risico's
  • Bij sommige honden is een verandering in vacht te zien
  • Honden worden na sterilisatie wat makkelijker te dik, omdat hun stofwisseling rustig wordt. De hoeveelheid voeding (10 – 20 % minder) en beweging moet aangepast worden om dit te voorkomen.
  • Er bestaat een kleine kans op urine incontinentie (meestal op oudere leeftijd). Gevoelige rassen zijn met name de grote hondenrassen; Boxer, Dobermann, Old English Sheepdog, Bouvier, Weimeraner en Ierse sette, maar ook de Dwergpoedel heeft een verhoogde kans. Deze urine incontinentie is met medicijnen meestal vrij goed te behandelen en weegt niet op tegen de hierboven beschreven risico’s.
  • Indien uw hond reeds voor de sterilisatie gedragsproblemen vertoont zoals agressie, dan kan dit gedrag verergeren na de ingreep. Een gemiddelde hond met een normaal karakter zal echter niet of nauwelijks veranderen qua gedrag.

Hoe gaat de operatie in zijn werk?

In principe kunt u uw hond 's ochtends komen brengen en aan het eind van de ochtend/ begin van de middag weer ophalen. Uw hond wordt in uw bijzijn onder narcose gebracht. Bij de operatie wordt de buik geopend via de middellijn. De eierstokken worden altijd verwijderd, de baarmoeder alleen als deze er afwijkend uitziet. Uw hond krijgt al voor de operatie pijnstilling, zodat deze na de operatie optimaal werkt. Bovendien krijgt u een paar pijnstillers mee naar huis. De wond wordt normaal gesproken onderhuids of met knoophechtingen gehecht. Dit betekent dat het meestal niet nodig is om de hond een kap om te doen. 

Aansluitend aan de operatie kan in zeldzame gevallen een nabloeding optreden. Meestal zal dat al op de praktijk zichtbaar zijn, maar als de hond na de operatie thuis druppelsgewijs bloed verliest uit de wond of erg pijnlijk en sloom lijkt, moet u direct contact met ons opnemen. In principe is een geopereerde hond goed wakker als u haar mee naar huis krijgt.

Wat vinden wij van sterilisatie?

Wij adviseren een teef waar u niet mee wilt fokken te laten steriliseren. Ons inziens zijn de voordelen groter dan de mogelijke nadelen. Hoewel sterilisatie een grote ingreep is, is onze ervaring dat de meeste honden 1 á 2 dagen na de operatie weer helemaal zichzelf zijn. Uw taak is het dan om de hond zeker een week rustig te houden en dus niet te laten springen of met een bal of vriendjes te laten spelen.

2) Prikpil

Om de loopsheid uit te stellen kan men gebruik maken van de prikpil. Dit is een injectie die met regelmaat herhaald moet worden. De 1e injectie dient na 3 maanden herhaald te worden, dan volgt een injectie na 4 maanden, waarna deze vervolgens elke 5 maanden gegeven moet worden. Belangrijk is dat de injectie op tijd wordt gegeven i.v.m. de kans van het loops worden bij uitwerking van het hormon. Bovendien kan het toedienen van hormonen op een verkeerd tijdstip in de cyclus de kans op baarmoederontsteking vergroten.

Wat zijn de voordelen?

  • Geen operatie
  • Minder risico op incontinentie

Wat zijn de nadelen?

  • De kans op baarmoederontsteking neemt na langdurig gebruik aanzienlijk toe
  • De kans op melkkliertumoren neemt aanzienlijk toe
  • Schijnzwangerschap treedt soms toch nog op
  • Soms ontstaat op de injectieplaats een vachtverkleuring of een kale plek
  • Is op den duur veel duurder dan sterilisatie

Wij zijn echter niet een groot voorstander van het geven van de prikpil. Wij raden deze injectie af in verband met de nadelen: o.a. kans op melkkliertumoren, suikerziekte en baarmoederontsteking.

Castratie

Castratie van uw hond

Castratie is het wegnemen van de zaadballen van de hond. Er zijn verschillende redenen om je hond te laten castreren:

Weglopen: omdat de belangstelling voor loopse teefjes nagenoeg weg is, gaat de hond ook niet meer op zoek. Als het weglopen geen sexuele reden had, dan zal de hond na castratie ook blijven wandelen. Sommige honden vinden het gewoon leuk om buiten rond te lopen en op onderzoek uit te gaan, en die zullen dat ook na de castratie blijven doen.
Voorhuidontsteking: dit komt nogal eens voor bij reuen. Bij sommige merk je er bijna niets van en andere verliezen steeds flinke druppels pus en zitten er dan ook de hele dag aan te likken. Dit probleem verbetert bij de meeste honden na castratie.
Teefjes in huis: als U meerdere honden in huis hebt, is een castratie van de reu een kleinere ingreep dan sterilisatie van het teefje. U kunt ze wel tijdens de loopsheid uit elkaar houden, maar ze ruiken toch dat het teefje loops is en zijn dan vaak erg onrustig.
Medische indicaties: testikeltumoren, goedaardige prostaatvergrotingen, sommige tumoren rondom de anus die kleiner worden na castratie.
Agressief gedrag: een klein gedeelte van de reuen, eenderde, kan na de castratie rustiger worden. Het "mannetjesgedrag" is weg, waardoor hond gemoedelijker wordt.

Wat gebeurt er bij de operatie?

De castratie wordt uitgevoerd onder algehele narcose. Er wordt een sneetje gemaakt in de buikwand net voor de ballen. Beide ballen worden via deze ene snede verwijderd. De snee wordt in principe in de huid gehecht, er zal mogelijk een steekje aan de buitenkant zichtbaar zijn, maar als de hond deze eruit likt gaat de wond niet wijd openstaan.

Soms kan het scrotum na de operatie tijdelijk wat opzwellen, wat pijnlijk is. Dit kan onder andere gebeuren als de hond aan de wond likt, wat wondirritatie en wondinfectie oplevert.

Na de operatie krijgt u pijnstillers mee. Vergeet die niet te geven, een goede pijnstilling bevordert de genezing. In uitzonderlijke gevallen kan er een nabloeding optreden in de balzak of in de buik op de plek waar de zaadstreng is doorgesneden.

Omdat er behalve in de bijballen ook nog verderop in het geslachtsapparaat van de hond opslag is van zaadcellen, kan de hond na castratie toch nog een tijdje vruchtbaar zijn! Dit duurt hooguit een paar weken.

Wat zijn de voordelen van castratie?

  • De hond plast niet meer overal tegenaan, hij zal grotere plassen in een keer gaan doen.
  • Het territoriumgedrag van de hond kan verminderen.
  • De hond zal minder vaak het gevecht met een andere hond aangaan.

Wat zijn de nadelen van castratie?

  • De hond kan toenemen in gewicht. Wij adviseren u uw hond na de castratie 10-20% minder voer te geven. Mocht hij daar op den duur te mager van worden dan is het makkelijker om hem wat extra te geven dan om hem af te laten vallen.
  • Sommige reuen worden rustiger. Houdt u nou juist van die uitgelaten, actieve hond die u nu hebt, dan is castratie misschien geen wijze stap.
  • De vachtstructuur van de hond kan wijzigen.

Er bestaan ook nog 2 soorten van chemische castratie

1) een injectie om hormonen tijdelijk buiten werking te stellen

Dit is een hormoon die de werking van de in de testikels geproduceerde hormonen tegenwerkt. Hiermee kan een tijdelijk effect als van een castratie verkregen worden. Deze wordt gegeven op medische indicatie bij prostaatproblemen (als castratie nog niet noodzakelijk is). De werkingsduur varieert van 1 tot 2 maanden.

2) Chemische castratie d.m.v. een implantaat

Een nieuw anticonceptiemiddel voor reuen, dat als voordeel heeft dat de reu geen operatie hoeft te ondergaan. Suprelorin wordt gebruikt om gezonde, niet-gecastreerde, geslachtsrijpe reuen tijdelijk onvruchtbaar te maken.
Het implantaat wordt onderhuids ingebracht. Onvruchtbaarheid wordt bereikt vanaf zes weken tot ten minste zes maanden na de implantatie.

Hoe werkt Suprelorin?

De werkzame stof in Suprelorin, desloreline, bootst de werking na van het natuurlijke gonadotrofineafgevende hormoon (GnRH). Dit GnRH regelt de afgifte van andere hormonen die bij de vruchtbaarheid betrokken zijn.
Suprelorin wordt toegediend in de vorm van een implantaat dat langzaam een voortdurende lage dosis desloreline afgeeft. Hierdoor wordt de productie van follikelstimulerend hormoon (FSH) en luteïniserend hormoon (LH) onderdrukt. Als gevolg daarvan krijgen reuen minder testosteron in hun bloed, maken ze geen sperma meer aan en vermindert hun libido. Mocht een met Suprelorin behandelde reu toch met een loops teefje paren, dan is de kans dat het teefje zwanger raakt miniem.

Wat zijn de voordelen van het middel?

  • De reu hoeft niet geopereerd te worden
  • De vruchtbaarheid wordt gecontroleerd
  • Een verminderd libido

Wat zijn de nadelen?

  • Werkt maar zes maanden
  • Vrij kostbaar ten opzichte van een operatie
  • Er kan bij de honden gedurende twee weken na de implantatie matige zwelling optreden op de implantatieplek.

Voor meer informatie kunt u altijd bij eens van onze assistentes of dierenartsen terecht.

Verzekering

Vroeg of laat staat vrijwel elk huisdier een keer op de tafel bij de dierenarts. Vaak voor iets kleins zoals een inenting of pilletjes, maar soms voor iets veel groters. Nu is de diergeneeskunde in Nederland gelukkig op een zodanig peil dat de dierenarts uw huisdier veelal weer kan genezen. De kosten hiervan kunnen echter behoorlijk oplopen. Een rekening van een paar honderd euro is b.v. bij operaties eerder regel dan uitzondering. Als u op zo'n moment niet voor een hele moeilijke keuze gesteld wilt worden, dan kunt u zich het beste hier ook financieel op voorbereiden.

Tegenwoordig is het mogelijk om ook voor uw dier een ongevallen- en ziektekostenverzekering af te sluiten. Bijna alle medische kosten ten gevolge van een ongeval en/of ziekte worden dan door de verzekering vergoed. Vergelijkbaar met de humane verzekeringen zijn er ook bij deze verzekering wel beperkingen en uitzonderingen. Deze zijn echter redelijk en in de polisvoorwaarden wordt een duidelijk overzicht gegeven wat u wel en niet kunt verwachten aan vergoedingen.

De afweging of het verstandig is om uw huisdier te verzekeren moet u uiteindelijk zelf maken. Er zijn in Nederland een paar aanbieders, waaronder helaas ook een paar welke we niet kunnen aanbevelen. Wij hebben echter wel goede ervaringen met OHRA en Petplan. Premies en dekking hangen mede af van het ras en de grootte van het dier, aangezien die een belangrijke inschatting geven hoeveel medische zorg er in de toekomst nodig zal zijn. Het is daarom ook belangrijk om goed te kijken wat voor verzekering bij uw huisdier past.

Chippen

U moet er natuurlijk niet aan denken dat uw hond zoek raakt, maar mocht dit gebeuren dan biedt een chip uitkomst. Een chip is de vervanger van de tatoeage en verplicht wanneer het dier de grens overgaat. 

Een chip is een elektronisch implantaat ter grootte van een rijstekorrel en bevat een uniek registratienummer. Zo’n chip wordt met een injectienaald op de linker halsvlakte onder de huid geschoven en kan met een speciaal apparaat (aanwezig bij de dierenarts, dierenambulance en asiel), worden afgelezen.

Vervolgens wordt op een registratieformulier de gegevens van uw dier, uw adres- en contactgegevens en degene die de transponder heeft aangebracht vermeld. Dit formulier wordt dan opgestuurd naar de Nederlandse Databank voor Gezelschapsdieren (N.D.G.). Het geregistreerde nummer wordt op deze manier gekoppeld aan uw adresgegevens en zo kan de databank precies terugvinden waar uw dier hoort te zijn!

U hoeft eigenlijk niet bang te zijn dat de chip gaat verplaatsen, omdat de chip gecoat is waardoor de chip na aanbrengen binnen enkele uren "verkleeft" met de omgeving. Mocht de chip bij grote uitzondering wel "verplaatsen", dan richt deze geen schade aan doordat deze altijd in de onderhuidse laag blijft en vaak maar een paar centimeter opschuift.

Honden die geboren zijn vanaf 1 april 2013 moeten binnen 7 weken na geboorte gechipt worden en binnen 8 weken na de geboorte bij een aangewezen databank worden geregistreerd. Alle honden, ongeacht leeftijd, die vanaf die datum worden geïmporteerd, moeten binnen 2 weken worden geregistreerd. Ze moeten al gechipt zijn om Nederland in te mogen. Voor de rest van het leven van de hond moeten alle veranderingen in de geregistreerde gegevens aan de databank worden doorgegeven, zodat de informatie up-to-date blijft. Voor meer informatie kijk op de site www.licg.nl.

Op de website NDG.nl kunt u controleren of de gegevens kloppen. De bezitter dient er zelf voor te zorgen dat adreswijzigingen etc. doorgegeven worden aan het NDG.

Dier en warmte

In de zomer kan het nog wel eens flink warm worden, ook voor uw huisdier. Veel van onze huisdieren kunnen daar niet zo goed tegen. Oververhitting kan gevaarlijk en zelfs dodelijk zijn voor uw huisdier. Houd er daarom rekening mee en neem maatregelen als het buiten warm is.

Honden kunnen hun warmte alleen kwijt door te hijgen. Behalve in hun voetzooltjes hebben ze nergens zweetklieren. Ze hebben het dan ook snel warm. Zorg er voor dat uw hond bij warm weer een plek in de schaduw heeft. Laat hem nooit achter in een auto, in een warme tent of caravan. Zorg natuurlijk voor voldoende vers drinkwater. Als uw hond van zwemmen houdt dan is dat een prima manier om af te koelen. Er zijn voor honden ook speciale koelteproducten te krijgen, zoals een koeltematje of koelte-halsband. Deze zijn gevuld met een materiaal dat koud water op kan nemen en de koelte lang vast kanhouden. Erg handig voor bijvoorbeeld een autorit of voor warmtegevoelige rassen zoals kortneuzige honden (bijvoorbeeld bulldoggen). Let wel op dat de hond niet op het materiaal kan kauwen, dus alleen onder toezicht gebruiken! Honden liggen bij warm weer ook graag op koele plekken, geef ze die gelegenheid. Let bij honden met een dunne vacht ook op verbranding en smeer dun behaarde plekken eventueel in met zonnebrandcrème. Maak geen lange wandelingen in de hitte maar plan deze aan het begin of eind van de dag en neem dan water mee. Ga zeker niet met uw hond fietsen in de zon!

Hoe merkt u of een dier het te warm heeft?

Bij oververhitting zijn de slijmvliezen rood, het dier voelt heet aan en ademt snel, wil vaak niet eten en is lusteloos. Honden kunnen gaan braken. Vogels zitten vaak met veren gespreid en snavel open. Merkt u dat uw dier het te warm heeft, help hem dan om af te koelen. Honden, katten, konijnen en knaagdieren kunt u nat maken met koel water. Maak vooral kop, oren, hals en poten nat. Gebruik geen ijskoud water, daardoor trekken de bloedvaten samen waardoor het nog lastiger wordt om de lichaamswarmte af te geven. Breng het dier naar een plek in de schaduw of in een koel vertrek om bij te komen. Zorg voor vers drinkwater, maar ook hier geldt: geen ijskoud water en geen liters achter elkaar, dit geeft maagproblemen.
Is de oververhitting nog erger dan kan uw dier een hitteshock krijgen. Dit herkent u aan bleke slijmvliezen, snelle hartslag en ademhaling, koude lichaamsuiteinden (oren, neus, staart), niet of nauwelijks reageren op prikkels. Dit is een noodgeval, u moet direct de dierenarts bellen en beginnen met koelen!

Naar het buitenland

Steeds meer mensen nemen hun hond mee naar het buitenland. Men moet er echter wel rekening mee houden dat door veel landen bepaalde eisen worden gesteld aan de invoer van uw huisdier. Informeer dus tijdig bij ons over de te treffen maatregelen. (Ook kunt u informatie inwinnen bij de luchtvaartmaatschappij of kijk op de website www.licg.nl). 

Belangrijk voor vertrek

  • Bedenk of het verstandig is uw huisdier mee te nemen. Kijk daarbij o.a. naar het klimaat, reisduur, wandelmogelijkheden, etc.
  • Zorg dat uw huisdier op tijd alle standaard en verplichte entingen krijgt:

Als uw hond meegaat naar het buitenland, is een rabiësvaccinatie verplicht. Let op: de rabiësvaccinatie moet vaak minimaal 21 dagen voor vertrek worden toegediend! Daarnaast hebben sommige landen nog aanvullende eisen, zoals bloedonderzoek, ontworming of een teken behandeling.

  • Ook een chip moet aanwezig zijn.
  • Een officieel Europees dierenpaspoort is verplicht.
  • Het is raadzaam uw hond goed te ontwormen, denk eraan dat onder de lijn Parijs - Milaan hartworm voorkomt, dit wordt overgebracht door muggen.
  • Sluit eventueel een ongevallen of ziektekostenpolis af.
  • Informeer naar het risico op besmetting met lokaal voorkomende ziekten (Leishmania, Babesia, Ehrlichia)

Wat is belangrijk bij het vervoeren van uw huisdier?

Auto

  • Vervoer uw huisdier op een veilige manier. Zet uw huisdier tijdens het rijden vast (bijv. met een speciale honden veiligheidsriem of bench).
  • Het is verboden uw huisdier te vervoeren in de caravan.
  • Zorg voor voldoende water en stop om de 2 uur om de hond uit te laten.
  • Sommige huisdieren kunnen misselijk worden tijdens de reis.
  • Haal dan voor vertrek bij de dierenarts tabletjes tegen reisziekte.
  • Laat uw huisdier nooit alleen achter in de auto i.v.m. oververhitting!

Vliegtuig

  • Eventueel kunt u uw huisdier een kalmeringsmiddel geven, doe dit echter uitsluitend nadat u dit met ons overlegd hebt
  • Neem voor verdere vragen, eisen en mogelijkheden contact op met uw luchtvaartmaatschappij

Tijdens de vakantie, waar moet u dan opletten?

  • Water: geef uw huisdier alleen water dat geschikt is voor consumptie. Leidingwater is niet overal te vertrouwen. Zorg dat uw huisdier altijd de beschikking heeft over water.
  • Voer: neem bij voorkeur uw eigen voer mee. Geef geen rauw vlees en rauwe eieren.
  • Overbelasting: geef uw huisdier de tijd om te wennen aan de omstandigheden. Laat uw hond niet meer inspanning leveren dan het dier gewend is.

Besmettelijke ziekten

Over de grens kunnen besmettelijke ziekten voorkomen. Teken, muggen en zandvliegjes zijn vaak de boosdoeners. In de landen rond de Middellandse Zee is het risico op besmetting het grootst. Hier enkele besmettelijke ziektes:

Teken

De ziekte van Lyme

Deze aandoening wordt veroorzaakt door een bacterie(Borrelia). Meestal ontstaat na drie weken een rode plek waar de teek zich heeft vastgebeten. Na enkele weken tot maanden kunnen dan ziekteverschijnselen van het zenuwstelsel, hart of gewrichten ontstaan.

Babesiosis

Oftewel tekenkoorts. De eencellige parasiet Babesia huist in de speekselklieren van de teek. Als de teek zuigt, zal pas na twee tot drie dagen de parasiet overgaan naar het dier. Eenmaal daar vernietigt de Babesia de rode bloedcellen. Na een incubatietijd van enkele dagen tot een paar weken treden de eerste ziekteverschijnselen op. Het dier krijgt koorts, wordt sloom en krijgt een sterk verminderde eetlust. Slijmvliezen worden bleekgeel en de urine kleurt rood-bruin door afbraak van rode bloedcellen. Verloop is meestal dodelijk.

Ehrlichiosis

Een microscopisch kleine parasiet die witte bloedcellen aantast veroorzaakt deze aandoening. Door vermindering van witte bloedcellen, zal het geïnfecteerde dier vatbaarder worden voor infecties. De meeste dieren vertonen binnen drie maanden na terugkeer uit het buitenland de eerste verschijnselen: In de acute fase: Binnen drie weken na infectie, koorts, lymfeknoop-zwellingen, bloedingen en vermageren.

Chronische fase: Bloedingen, vocht onder de huid, ernstige darmklachten en gewrichtsontstekingen.

Verloop: Meestal fataal, de vooruitzichten verslechteren naarmate de ziekte chronischer wordt.

Muggen

Hartwormen

Gevaarlijke wormensoort. Deze vestigt zich namelijk in hart en longslagaderen, waar zij hartfalen veroorzaken, vaak gevolgd door de dood. Wanneer een besmette mug het dier bijt, geeft hij de larven van de worm door, die vervolgens door het lichaam trekken. Hun eindbestemming bereiken ze na ongeveer 4 maanden. Daar worden ze volwassen wormen, die op hun beurt larven gaan uitscheiden. Deze kunnen ongeveer 2 jaar overleven in de bloedsomloop.

Het besmette dier laat vaak pas problemen zien in een ernstig stadium van de ziekte. Dit kan 3 tot 5 jaar na besmetting zijn. Enkele verschijnselen: Hoesten, vermoeidheid, bloedarmoede en moeizaam ademen.

Behandeling: Is een lang en riskant proces, zowel levende als stervende hartwormen kunnen namelijk zorgen dat het dier in shock raakt of een embolie krijgt. Tijdens behandeling is een strenge controle en geringe activiteit genoodzaakt. Zelfs na een doeltreffende behandeling kan het dier komen te overlijden. Laat het duidelijk zijn dat preventie erg belangrijk is!

Zandvliegjes

Leishmania

Wordt veroorzaakt door een parasiet. Zandvliegjes zijn kleine, behaarde, stekende insecten die in de avond en nacht actief zijn en bloedzuigen bij zoogdieren.

Besmetting vindt plaats tijdens het bloedzuigen en de ziekte ontwikkelt zich sluipend. Er zijn verschillende Leishmania parasieten die elk andere problemen veroorzaken.

Voorkomen

Er zijn een aantal middelen om beschermd op vakantie te kunnen gaan.

De Scalibor protectorband is werkzaam na 10 dagen en geadviseerd wordt om 14 dagen voor vertrek om de hals van de hond te doen. De werkzame stof verspreid zich via de talgklieren over het gehele lichaam, maar komt niet in de vacht terecht. Is 5-6 maanden werkzaam zowel tegen teken als zandvliegjes en ook tegen muggen.

Milbemax/Profender, ontworming in tabletvorm. Bestrijd behalve de meest voorkomende wormsoorten ook hartwormen, vossenlintworm en andere wormsoorten die in subtropische gebieden voorkomen. Te gebruiken als preventie door voor dat u op reis gaat en 14 dagen na terugkomst Milbemax te geven.

Certifect® spot-on-hond, druppels in pipet vorm, doodt vlooien en teken. Werkzaamheid: 4 weken

Het is dus belangrijk om goed voor te bereiden als u met uw hond op vakantie gaat. Informeer vroegtijdig wat de regels zijn en wat u allemaal moet regelen voor uw huisdier. Voor informatie kunt u altijd terecht bij één van onze assistentes.

Een pup aanschaffen...hoe doet u dat?

Zakelijk gezien is het aanschaffen van een pup niet ingewikkelder dan het kopen van een nieuw paar schoenen. Echter, in de praktijk blijkt dat de (juiste) ras- en pupkeuze voor een groot deel bepaalt of er voldaan kan worden aan de verwachtingen van zowel baas als hond. Want net als dat de aanstaande hondenbezitter wensen en verwachtingen heeft, zo heeft iedere hond ook zijn eigen voorkeuren en behoeften. Wat dat betreft lijkt het inderdaad op het aanschaffen van een paar schoenen…de juiste keuze is afhankelijk van of ’t past!’

Misschien wist u dit nog niet, maar ieder ras is ooit gefokt om een bepaalde taak te verrichten. Dit is tevens de reden waarom er zoveel verschillende rassen bestaan.

Wist u dat en Labrador Retriever ooit gefokt is om aangeschoten wild op te halen?

Wist u dat een Jack Russel terrier oorspronkelijk gefokt werd om ongedierte te bestrijden en dat de Rottweiler gefokt werd om kuddes runderen te hoeden?

Door kritisch naar de (arbeids) geschiedenis van het door u gewenste ras te kijken, krijg je een algemene indruk wat voor gedrag je bij dit type hond (of ras) kunt verwachten. Ook met kruisingen is het van belang om beide raseigenschappen door te nemen.

Het is dus niet zo vreemd dat de meeste Labradors graag balletjes apporteren, de meeste Jack Russells nog steeds graag jagen op kleine beestjes en dat de meeste Rottweilers behoorlijk dominante honden kunnen zijn. Houd dus rekening met de geschiedenis van uw hond.

Fokker of fokschuur?

Tja, waar koop je dan uiteindelijk je pup? Op internet tref je net zoveel serieuze, professionele fokkers aan dat je goedbedoelende maar onkundige ‘pupvermeerderaars’ treft. Echter, speciale aandacht gaat uit naar de georganiseerde puphandel die in stand word gehouden door ‘gladde’ figuren met mooie praatjes en hun kopers…en dat zijn er meer dan u denkt!

Maar de uiteindelijke beslissing wordt meestal geleid door geld. Immers, een hondje bij een fokschuur is tientallen euro’s goedkoper. Maar vergis je niet! Het zorgvuldig fokken van een gezonde hond kost, naast de onbetaalbare inspanning van de fokker, best wat geld. Het betalen van dekgeld, goede voeding, dierenartsonderzoek en officiële papieren zijn voorbeelden van kosten die de verkoopprijs van een pup behoorlijk opdrijven. Dat is de reden waarom je bij een échte’ fokker meer betaalt voor een pup dan bij een fokschuur.

De rol van de fokker

De fokker bepaalt voor een groot gedeelte wat voor hond u krijgt. Hij beslist immers wie de vader- en de moederhond zijn. Veel eigenschappen (zowel qua uiterlijk als gedrag) zijn erfelijk bepaald. Let er dus op dat de fokker van uw keuze met honden fokt die zowel lichamelijk als geestelijk gezond zijn.

De stamboom van een hond vertelt iets over zijn voorgeschiedenis. Honden met een stamboom worden ook aangemeld bij de Raad van Beheer. De Raad van Beheer ziet erop toe dat teven niet aan de lopende band pups hoeven te werpen en stelt samen met rasverenigingen criteria en voorwaarde op met welke honden wel en met welke honden vooral niet gefokt mag worden. Een stamboom is echter geen garantiebewijs voor een gezonde hond.

De fokker dient te zorgen voor een warm en schoon nest. Voordat de pups vijf weken oud zijn dienen zij al in contact te zijn geweest met verschillende mensen, kinderen, geluiden, speeltjes, vreemde voorwerpen etc. We noemen dit socialiseren. De pup leert om te gaan met de diversiteit van de wereld. Dit proces is het sterkst tot de leeftijd van ongeveer twaalf weken. Maar daar houdt het niet bij op! Gedurende het eerste levensjaar zult u uw hond met regelmaat van de klok moeten blootstellen aan verschillende prikkels om te voorkomen dat hij zijn sociale vaardigheden inruilt voor minder prettige omgangsvormen. Voor u als pupeigenaar is het dus ook een verantwoordelijke taak weggelegd. Vergeet dus niet aan uw fokker te vragen hoe hij/zij ervoor zorgt dat uw pup goed gesocialiseerd is.

Een serieuze fokker weet veel over zijn ras en kan u er alles over vertellen. Kennis over het ras zorgt ervoor dat je bepaald (probleem) gedrag beter kunt begrijpen en daardoor sneller kunt veranderen. Het is de taak van de fokker om voldoende nazorg te bieden wanneer uw pup eenmaal bij u in huis is.

Pupkeuze

Daar sta je dan aan de rand van een werpkist waarin een handjevol zuigelingen en een trotse moeder je een brok in de keel bezorgen. Maar welke pupje zult u gaan kiezen? Bruin of wit? Vlekjes of egaal? ‘Stoere Sammy’ of ‘Slome Simon’? Reutje of teefje? Voor beide geslachten zijn evenveel voor- als nadelen te noemen. En om het nog verwarrender te maken, blijkt er bij sommige rassen weinig verschil tussen reutjes en teefjes te zijn en bij andere rassen blijken teefjes weer wat eigenzinniger te zijn. Tja, echt eenvoudig is het niet om een pup uit te kiezen. Om een verstandige keuze te maken is het handig om deze te laten beïnvloeden door het karakter en gedrag van de individuele pups. Net als bij mensen heeft iedere hond zijn eigen karakter. Het grappige bij honden is dat al op zeer jonge leeftijd (vanaf drie tot vier weken!) een eerste indruk kan worden verkregen in hoeverre een individuele pup beschikt over karaktereigenschappen als; doorzettingsvermogen, probleemoplossend vermogen, omgang met stress etc. Als je weinig of geen ervaring hebt met het uitkiezen van een pup, laat dit dan over aan de fokker of neem een expert mee.

Bij de aanschaf van een (jonge) hond is het belangrijk dat uw eerste indruk goed is. Kijk of de hond actief en vrolijk is, of ze er verzorgd uitzien en of ze niet mager zijn. De oogjes moeten helder en schoon zijn, de oren moeten schoon zijn en de vacht moet glanzend en er mogen geen parasieten te zien zijn. Als u met de honden bezig bent mogen ze niet angstig reageren. Als u overweegt een rashond aan te schaffen is het verstandig u van tevoren te laten informeren over eventueel voorkomende erfelijke afwijkingen die er bij dat ras voorkomen (bijvoorbeeld heupdysplasie of oogafwijkingen). U kunt hiervoor terecht bij de dierenarts of rasvereniging. Vraag bij de fokker of hij op de hoogte is van eventuele testen en onderzoeken ter voorkoming van deze erfelijke afwijkingen en wat de uitslag van de ouderdieren is.

Opvoeding

De opvoeding van je pup begint op het moment dat deze bij u in huis komt. Met ‘opvoeden’ bedoelen we niet alleen het zindelijk maken, leren zitten/liggen/ hier komen en netjes aan de riem wandelen. Met opvoeden bedoelen we tegenwoordig dat de pup geleerd wordt om samen te werken met de baas. Dit leer je de pup door hem voldoende bezig te houden. Dit kan zowel actief door met uw pup te spelen, of passief door hem eventjes alleen met een lekker bot of stuk speelgoed uit de dierenspeciaalzaak te laten spelen. Door de hond op een positieve manier op te voeden en te trainen, stimuleer je het vermogen tot samenwerken. Ook is het belangrijk dat uw pup leert dat er restricties bestaan. Hierdoor leert hij zich te beheersen. Gehoorzaamheidtraining is hier een belangrijk onderdeel van. Meld uw daarom aan bij een goede hondenschool nog voordat uw pup het nest mag verlaten. Voor inlichtingen over hondenscholen, neem contact met de dierenarts op.

Gezondheidsonderzoek bij de dierenarts

Als alles er goed uitziet en u heeft de hond opgehaald is het toch verstandig hem door de dierenarts te laten onderzoeken. Bij dit onderzoek worden onder andere gelet op:

  • Oren: gekeken wordt of er oormijt aanwezig is. Oormijt kan door de moederhond op de pup worden overgebracht. Als uw hond vaak aan zijn oren krabt en ze zijn bovendien vuil, ga er dan mee naar de dierenarts.
  • Vacht: de vacht wordt onderzocht op parasieten. Mochten er vlooien worden aangetroffen dan is een vlooienmiddel nodig. Let er wel op dat bepaalde middelen pas op latere leeftijd mogen worden toegediend.
  • Entingen: de dierenarts zal kijken of uw pup alle entingen gehad heeft.
  • Longen/hart: er wordt geluisterd naar hart en longen om zo eventuele aangeboren afwijkingen te ontdekken.
  • Gebit: de dierenarts kijkt hoe de stand is van het melkgebit.

Samengevat

Vraag uzelf eerlijk af of er plaats is in uw leven voor het houden van een hond en in het bijzonder het opvoeden en socialiseren gedurende het eerste jaar. Denk vervolgens goed na over de verschillende aspecten waarmee u te maken krijgt wanneer u op zoek gaat naar een pup die bij u past. Houd hierbij tevens rekening met de geschiedenis van het door u gewenste ras. Praat bijvoorbeeld eens met mensen die een dergelijke hond hebben of neem een kijkje op een clubdag van het desbetreffende ras. Hierdoor vergroot u de kans op een succesvolle baashond combinatie.

Puppyparty

Hoera een pup!

Zo'n vertederende kleine pup in huis verrast iedere keer weer. Voortdurend zijn ze op onderzoek uit, proberen alles uit. Pups zijn eigenlijk net kleine kinderen. Ook pups hebben een goede (op)voeding nodig, zodat ze opgroeien tot een gezond en sociaal lid van het gezin. Een pup opvoeden is een hele verantwoordelijkheid, maar is vooral ook leuk. 

Centraal in de gezondheid van uw pup staan wij dierenarts en assistente. Wij als praktijk spelen een belangrijke rol in het gezond houden van uw hond en geloven in het belang van een goede en vroege opvoeding van pups.

Tijdens de puppyparty, waarbij uw pup natuurlijk van harte welkom is, ontvangt u uitgebreide informatie om uw pup optimaal te laten ontwikkelen. Goed advies op jonge leeftijd is van groot belang voor het gedrag en de gezondheid op latere leeftijd!

 De puppyparty wordt verzorgd door onze assistente en dierenarts. Voor ieder die onze puppyparty willen bij wonen, is deze avond geheel kosteloos. Voor de datum van de eerstvolgende party en voor opgave kunt u bellen met de praktijk op 0314 - 363 198.

Laboratorium

Met behulp van laboratoriumonderzoek zijn wij in staat vele uiteenlopende diagnoses bij gezelschapsdieren te constateren. Dankzij zeer geavanceerde apparatuur zijn we in onze praktijk in staat om een groot aantal onderzoeken te verrichten. Hierbij kun u denken aan:

Bloedonderzoek

Voor het uitvoeren van bloedonderzoek maken wij gebruik van de Spotchem bloed analyse apparaat. Dit apparaat is in staat om zeer snel diverse bloedbepalingen tegelijk uit te voeren. Bovendien is de betrouwbaarheid van de uitslagen groot. Hiermee kunnen wij snel een aantal onderzoeken uitvoeren, zoals controle nierfunctie, leverfunctie, enzymen, suiker eiwit en calcium.

De uitslag is in een half uur bekend. Mocht er een uitgebreidere screening nodig zijn, dan sturen wij de bloedmonsters door naar een laboratorium in Duitsland. Afhankelijk van het onderzoek is de uitslag na 1 – 5 werkdagen bekend.

Urineonderzoek

Urineonderzoek is een regelmatig gebruikte onderzoeksmethode en wordt ingezet als aanvullende diagnostiek bij b.v. dieren die worden verdacht van een blaasprobleem, verminderde nierfunctie, of andere urinewegproblemen.

De Aution Micro is een urineanalyse apparaat dat binnen 2 minuten een uitslag geeft. Dit apparaat is in staat om urine te analyseren op de aanwezigheid van; glucose, eiwit, Bilirubine, zuurgraad (pH), bloed, ketonen, nitraat en witte bloedcellen.

Het is ook mogelijk om het soortelijk gewicht (concentratie van de urine)van de urine te meten, d.m.v. een refractometer. Als laatste wordt de urine afgedraaid in een centrifuge en wordt het sediment beoordeeld op kristallen, cellen en bacteriën.

Microscopisch onderzoek

Het onderzoeksinstrument bij uitstek is natuurlijk de microscoop. Deze gebruiken we bij heel veel verschillende onderzoeken. U moet dan denken aan urineonderzoek, huidafkrabsels, oormijt, faecesonderzoek etc.

Melkmonsters

Bacteriologisch onderzoek

Bij terugkerende ontstekingen is het noodzakelijk verder onderzoek te doen. Een van deze onderzoeken is het bacteriologisch onderzoek. Hierbij worden de bacteriën gekweekt van een ontstekingshaard, bijvoorbeeld een oor- of blaasontsteking. Meestal betreft het één bacteriestam, een zogenaamde reincultuur. De volgende stap is om deze bacterie te testen met verschillende antibiotica. Hierna weten we met welk specifiek antibioticum we moeten behandelen.

Schimmelonderzoek

Sommige diersoorten zijn gevoeliger voor schimmels dan andere. Zo zijn langharige poezen en konijnen soms met schimmels besmet. Omdat mensen hier ook gevoelig voor zijn is het belangrijk om deze snel en secuur te behandelen. Voor een schimmelonderzoek hebben we voldoende aan wat haren van het betreffende plekje. Dit wordt tijdens het spreekuur meteen van het dier genomen en onder microscoop bekeken en op kweek gezet. De kweek duurt 12 dagen.

Spoed

Voor spoedgevallen en dringende vragen kunt u ons 24 uur per dag bereiken op telefoonnummer 0314 - 621 272 of 0314 - 363 198Er kunnen zich met uw huisdier een aantal situaties voordoen waarbij u direct naar de dierenarts moet komen. Hieronder zullen we een aantal spoedsituaties beschrijven.

Aanrijding/ongeluk

Bij hevig bloedverlies, benauwdheid, verlammingen en/of shock direct afspraak maken met de dierenarts. Ga, ook als u zelf niets kunt ontdekken, na een ongeluk altijd even langs bij een dierenarts.

Acute allergische reactie

Is vaak zichtbaar door zwelling van de kophuid en/of snel groeiende bobbels verspreid over het lichaam. Als de reactie toeneemt zie je vaak jeuk,diarree en evt. zelfs benauwdheid. 

Acute verlammingen

Plotseling niet meer kunnen bewegen van één of meer lichaamsdelen.

Ademhalingsproblemen/benauwdheid

Ademhalen met veel geluid, bek open, blauwe tong, naar adem snakken. Het dier is in paniek en durft vaak niet te gaan liggen.

Bloedverlies

Bloedingen die niet stoppen. Druk met vingers en/of verband op de bloeding om bloeding te stelpen.

Botbreuken

Zijn meestal geen levensbedreigende spoedgevallen. Laat het dier niet lopen maar leg het rustig neer. Kom niet aan evt. uitstekende botdelen maar neem alleen beschermende maatregelen.

Brandwonden

Uitgebreide (25 - 30% van het lichaamsoppervlak) brandwonden. Hoe sneller u koelt en spoelt met water, hoe minder schade er na afloop zal zijn.

Hartproblemen

Opvallend is de benauwdheid, kortademigheid, productieloze hoest, afwezigheid van uithoudingsvermogen. Vooral bij oudere honden en raskatten te zien. Snelle hulp met onder andere zuurstof kan levensreddend zijn. Verdere behandeling na een gedegen onderzoek dient erop te volgen.

Geboorteproblemen

Het dier perst langer dan 30 minuten achtereen hevig met de buik zonder resultaat. Of door als het dier stopt met persen en het laatste jong werd langer dan 1 - 2 uur geleden geboren.

Ingeslikt voorwerp

Het dier heeft iets doorgeslikt wat niet voor hem bestemd was, zoals plastic, schuimrubber, steen, muntstukken, knikkers, balletjes, medicijnen etc. Kom ook als u vermoedt dat uw huisdier iets heeft ingeslikt, of bel ons gerust op.

Maagtorsie

Komt vooral bij de grote hondenrassen voor. Achter de ribboog is dan een uitpuilende bolle buik te zien. De patiënt maakt vaak loze kokhalsbewegingen, is vaak benauwd en speekselt. Het dier wordt suffig. Je kunt op de buik "trommelen" met een hol geluid als gevolg. Dit is echt een levensgevaarlijke klacht, die vaak niet goed afloopt. U dient zeer snel hulp te zoeken. Er moet, hoe dan ook druk van de opgeblazen en vaak gedraaide maag gehaald worden.

Niet kunnen plassen

Persen op de blaas zonder (of met gering) resultaat. Likken aan onder de staart, pijnlijkheid achter in de buik, misselijkheid en braken. Dit is bij mannelijke katten een spoedgeval (plaskaters).

Oogproblemen

Diverse problemen zoals het uitpuilen van de oogbol (oogbol wordt groter), extreem knijpen met het oog. Of als de oogbol uit de oogkas ligt, Dit kan vooral bij kort schedelige rassen zoals Pekinees, Pers etc voorkomen. Dek dan het oog of met een schone doek bedekt met (sla)olie, melk of desnoods water.

Oververhitting

Komt voor in de zomer, na opsluiting in een auto, na een lange intensieve uitlaatbeurt zonder water in de buurt, Elke zomer op warme dagen worden we hiermee geconfronteerd. Snel afkoelen door met water te spoelen is levensreddend. Wanneer U deze klacht vermoedt moet U eerst het dier flink nat maken en dan direct naar ons toekomen. De meest opvallende klacht is hijgen zonder inspanning, suffigheid en omvallen. Een eenvoudige thermometer geeft de diagnose (Normale temperatuur van de hond ligt tussen de 38,0 en 39,0 graden C).

Shock

Het dier is zwak, half bij kennis of bewusteloos, De slijmvliezen van mond en oogleden zijn bleek. De ademhaling is oppervlakkig, de huid, oren en poten voelen koud aan. Shock kan het gevolg zijn van een ongeluk en na hevig vocht- of bloedverlies. Verwarm het dier met dekens en/of kruiken, stelp eventuele bloedingen.

Uitvloeiing uit de vagina bij de teef

Duidt meestal op een ontsteking van de baarmoeder. Treedt vaak enkele weken na de loopsheid op. Gaat vaak gepaard met lusteloosheid, koorts, braken en veel drinken.

Vergiftiging

Vergiftiging heeft vele verschijnselen zoals braken, diarree, spierkrampen of ademhalingsproblemen. Kom ook als u vermoedt dat uw huisdier gif heeft binnengekregen. Breng de verpakking van het gif mee. Is dit niet mogelijk, schrijf dan de naam en de samenstelling op.

Epilepsieaanval die niet meer stopt

Deze aanval is zeer vermoeiend voor de patiënt en hulp om de aanval te stoppen kan noodzakelijk zijn.
Het dier is niet aanspreekbaar, heeft open ogen met wijde pupillen, stijve of trillende spieren, speekselt, verliest urine/ontlasting. Zorg ervoor dat het dier zich niet kan bezeren, probeer nooit de bewegingen tegen te gaan.

Wonden

Bij wonden die flink bloeden dient gelijk ingegrepen te worden. Wonden kunnen het beste binnen 6 uur na het ontstaan gehecht te worden. Als een wond wat ouder is kunnen we eerst de wondranden "opfrissen" voor we de wond gaan hechten.

Geen spoed maar wel binnen 24 uur langskomen

Ademhalingsproblemen / benauwdheid

Uw huisdier moet natuurlijk wel gewoon eten en drinken. Bij ernstige problemen (zie hartproblemen hierboven) direct bellen.

Braken/heftige diarree

Een heftige maag/darmklacht kan snel tot uitdroging van de patiënt lijden. Vooral met heftig braken gaan, ongeacht de oorzaak, veel essentiële zouten, verloren. Ook heftige bloeddiarree is gevaarlijk voor de patiënt. 

Jeuk die heel heftig is

Let erop dat met name een hond in een korte tijd zichzelf ernstig kan beschadigen (tot bloedens toe soms).

Toevallen (niet erg heftig!)

Let op: heftige aanhoudende toevallen zijn een acuut spoedgeval (zie hierboven).

Veel drinken/veel plassen

Ook dit is geen acuut spoedgeval. Neem bij bezoek aan ons altijd wat ochtendurine mee.

Leeftijd in mensenjaren

Vaak wordt gezegd dat één hondenjaar, en ook één kattenjaar, gelijk staat aan zeven mensenjaren. Inmiddels is bekend dat dit wat genuanceerder ligt. Met name de eerste jaren ontwikkelen de dieren zich aanzienlijk sneller.

In onderstaande tabel is af te lezen hoe oud uw hond, omgerekend naar mensenjaren, bij benadering is.

Leeftijd van het dier Omgerekend naar mensenjaren
  Kleine hond Grote hond
3 maanden 4 3
6 maanden 8 6
1 14 12
2 22 18
3 28 27
4 34 36
5 39 44
6 44 52
7 49 60
8 54 67
9 59 74
10 63 81
11 67 87
12 71 93
13 75 100
14 80 -
15 86 -
16 92 -

Adoptiehond uit Kreta

Saar was ook op de puppyparty aanwezig 24 september 2018. We maken dan altijd een foto van de puppy’s en vertellen een stukje over het ras. Saar is echter een rescue hondje uit Kreta, en welk ras er in zit… Zegt u het maar!

Saar komt over als een vrolijk en open hondje. Haar eigenaresse vertelt echter dat Saar ook wel flink ondeugend kan zijn thuis! En toen Saar pas bij de huidige eigenaar was, was ze erg gereserveerd en bang. Dit is niet zo gek, Saar heeft al een heel verleden achter zich. Saar is in Chania (Kreta) gevonden samen met haar broertje en zusje. Ze hadden alle drie Parvo ( Parvo is een zeer ernstige en besmettelijke ziekte. Het is een virus dat zich snel verspreidt via de ontlasting en braaksel van honden). Het broertje en het zusje van Saar hebben dit helaas niet overleefd.

Saar is naar Nederland gekomen en eerst bij een gastgezin in Friesland terecht gekomen. Van daaruit is ze overgeplaatst naar een pleeggezin. Een wat ouder stel. Zij hadden echter de klik niet met haar. Zo is ze uiteindelijk bij de huidige eigenaresse terecht gekomen en zij is ontzettend blij met haar!

Socialisatie

Het socialiseren van een rescue hond is heel anders dan het socialiseren van een hondje waarvan je precies weet wat er de eerste acht weken mee gebeurd is en wat de voorouders (welk ras of rassen) van het hondje zijn. De honden die naar Nederland komen via een reddings-organisatie hebben vaak een heel verleden. Soms zijn ze mishandeld, soms hebben ze moeten vechten voor voer, soms zijn ze erg ziek geweest. Soms is er wel wat bekend over het verleden, maar soms ook niets of weinig.

Het is sowieso eerst het allerbelangrijkste dat de pup/ jonge hond eerst tot rust komt en zich op zijn gemak voelt in Nederland en went aan zijn nieuwe gezin. Daarna kan er gekeken worden wat de hond eng vindt of wat de hond juist al kent en daarmee kan dan aan de slag worden gegaan. Natuurlijk is het ook leuk en leerzaam om naar een hondenschool te gaan. En om evt. een hondensport samen te gaan beoefenen. Het is een beetje afhankelijk van wat voor soort hondje het is wat bij de hond past. Als er rustig wordt opgebouwd naar een toekomst en band samen, dan kunt u een geweldig maatje hebben aan een hondje met een rugzak uit het buitenland!

American Staffordshire terriër

De American Staffordshire terriër is in ongeveer 1983 naar Nederland gekomen en inmiddels een erg populair ras geworden. Het zijn sterke, energieke honden en dat stralen ze ook uit. Ze zijn niet geschikt voor iedere eigenaar. De Stafford is sterk, moedig, krachtig en hebben een enorm doorzettingsvermogen.

Hier moet op een juiste manier mee omgegaan worden. Het betekent niet dat er met een harde hand getraind moet worden, maar de Stafford heeft wel duidelijkheid en consequentie nodig heeft om zijn gedrag in goede banen te leiden. Het zijn geweldige honden om actief mee bezig te zijn. Ze vinden het heerlijk om mee te wandelen, mee te gaan hardlopen, fietsen of behendigheid mee te doen. Ook vinden de meeste Staffords balspelletjes erg leuk.

De American Staffordshire terriër kan niet altijd even goed overweg met andere honden. Vooral reuen moeten vaak niet veel van andere reuen hebben. Houd hier ten alle tijden rekening mee. De Stafford is vaak erg dol op kinderen en ze zijn ook erg kindvriendelijk. Echter, laat honden en kinderen nooit alleen! Dit geldt overigens voor alle hondenrassen.  

Socialisatie

Zoals bij alle puppy’s is ook bij de Stafford de socialisatie erg belangrijk. Laat hem zoveel mogelijk kennis maken met andere mensen, honden en andere dieren. Neem hem lekker veel mee op pad. Maar let op, rust is ook belangrijk! Ze zijn vaak erg hard voor zichzelf en geven niet snel aan dat ze moe zijn. Houd hier dus als eigenaar rekening mee.

De Stafford is erg gehecht aan het gezin en vindt het moeilijk om alleen te zijn. Bouw dit langzaam op! Wees in de opvoeding en socialisatie duidelijk en consequent maar wel met een zachte hand. Ze lijken heel stoer, maar zijn erg gevoelig voor boze woorden. Houd er rekening mee dat op een bepaalde leeftijd de Stafford moeite krijgt met de omgang met andere honden. Leer de hond andere honden te negeren als hij hier moeite mee heeft. Raadzaam is om een puppy cursus en eventuele vervolg cursussen te volgen en hier begeleiding in te krijgen.

Golden retriever

De golden retriever is een zeer populaire gezinshond. Ze zijn energiek, enthousiast en vaak erg vriendelijk. Het is een zeer intelligente hond. Van oorsprong worden ze gebruikt om jagers te helpen. Ze hebben dus een goed ontwikkeld jachtinstinct. Bij de golden retrievers heb je tegenwoordig de zogeheten jachtlijnen en showlijnen.

De honden binnen de jachtlijnen hebben meer jachtinstinct. De golden retriever is graag actief bezig. Zwemmen, apporteren, wandelen en fietsen, de golden doet het allemaal graag. Maar denk ook aan een jachtcursus of gehoorzaamheidscursus. Als u lekker actief bezig bent met de golden, is het binnenshuis een zeer rustige hond.

Door hun gehoorzaamheid en intelligentie is de golden zeer geschikt als blindengeleidehond en als therapiehond. En vanwege hun goede neus worden ze ook ingezet bij politie en reddingsdiensten. Als waakhond is de golden minder geschikt. Ze zullen eerder inbrekers kwispelend tegemoet komen en helpen de buit uit het huis te halen, dan ze het erf af te jagen. Uitzonderingen natuurlijk daargelaten. De golden retriever heeft redelijk wat vachtverzorging nodig. Als de hond aan het verharen is, is het noodzaak wat vaker te borstelen. De vacht van de golden klit vrij snel, dus daar moet regelmatig naar gekeken worden. De meeste goldens houden van graven en van rollen door (hele) smerige dingen en zullen dus zo af en toe eens noodgedwongen onder de douche moeten!

Socialisatie

De golden retriever is niet heel moeilijk op te voeden en te socialiseren. Vaak zijn het allemans vrienden en vinden ze nieuwe dingen eerder interessant dan eng. Belangrijk om op te letten is hun drang om te zwemmen en hun jachtinstinct. Leer dat de golden alleen het water in mag als u het aangeeft. Anders krijgt u een golden die te pas en te onpas iedere sloot induikt.

De golden is leergierig en moet met een zachte hand worden opgevoed. Ook is het belangrijk om er op te letten dat de golden niet doorslaat in hun soms wat onstuimige (puppy)gedrag. Daarnaast kan de golden het erg waarderen als er lekker veel geknuffeld en gespeeld wordt!

Yorkshire terriër

De Yorkshire terriër is ontstaan door het kruisen van meerdere terriër soorten en de Maltezer. Van oorsprong werden ze gebruikt als jachthondje, dus ze hebben veel jachtinstinct. Het is een kleine hond maar ze hebben een zeer pittig karakter! Ze zijn erg waaks en helemaal niet bang. Ze zullen vaak luid blaffend op bezoekers afkomen. ‘Klein maar dapper’ is zeker iets dat voor de York geldt!

De Yorkshire terriër is intelligent, speels, vrolijk, onverschrokken en hebben een enorm doorzettingsvermogen. Het zijn honden waar je erg veel mee moet doen. Ze moeten hun energie kwijt. Denk hierbij niet alleen aan wandelen maar ook aan spelen, speuren en hondensport, zoals behendigheid. Ze zijn graag actief bezig. Naast dit alles is de Yorkshire terriër ook erg graag bij de mens. Ze zijn niet graag alleen. Ze vinden het ook heerlijk om op je schoot te liggen en het liefst heel lang. Maar vergis je niet in hun schattige uiterlijk en hun hoge knuffelgehalte (wat ze zelf ook graag willen), want het is een heel pittig hondje.

Socialisatie

Het socialiseren van een Yorkshire terriër pup betreft een aantal punten waar goed op gelet moet worden. Zeer belangrijk is de socialisatie met andere honden. De York pup is klein en kwetsbaar. Let er dus op met welke honden u hem in contact brengt. Zorg dat de kennismaking met andere honden positief is. Laat de pup eerst alleen bij (grote) honden die u kent en waarvan u weet dat ze de pup niet ruw benaderen. De eerste indrukken zijn namelijk enorm belangrijk. Mocht er een gevaarlijke situatie ontstaan, ga dan weg met de pup. Optillen is natuurlijk nodig als het echt gevaarlijk wordt. Maar pas op dat u de pup niet teveel optilt. De York voelt zich dan (ook letterlijk) groter en hoger in rang. Ze kunnen hier erg blafferig en snauwerig van worden naar andere honden.

De York is niet de meest geschikt hond voor kinderen. Kinderen zien de hond vaak als een speeltje en de York twijfelt niet om van zich af te snauwen als ze het ergens niet mee eens zijn.

De York is een zeer enthousiaste hond. Zijn enthousiaste en blafferige gedrag moet door zijn eigenaar in goede banen worden geleid. Rust en duidelijkheid is wat de pup dan nodig heeft. Leer de pup dat hij niet altijd vooraan hoeft te staan. Dat afstand nemen ook goed is. Het is zeer zeker aan te raden om een puppy cursus te volgen met de pup en eventuele vervolg cursussen! De York is zoals eerder genoemd erg op de baas gericht, gebruik dit in je voordeel. Als er veel tijd en aandacht wordt besteed aan de opvoeding van de York heb je er een geweldig maatje bij!

Terug naar Dieren